De delicate balans tussen teveel en te weinig water
27 juni 2024

Water speelt een essentiële rol in onze leefomgeving en in allerlei ruimtelijke opgaven, zoals wonen, landbouw en natuurbeheer. Die rol wordt steeds belangrijker in het licht van klimaatverandering. Op het ene moment maken we ons zorgen of we al dan niet droge voeten houden. Het andere moment slaat de droogte weer toe en hebben boer, burger en natuur water tekort. De waterschappen zijn als waterbeheerders verantwoordelijk om ook in de toekomst om te gaan met deze delicate balans. Als Strategisch adviseur landelijk gebied zet Ton Cornelissen de koers van Waterschap Aa en Maas mee uit en heeft hij een actieve rol in RNOB. 

delen

Samenwerking met gemeenten

RNOB is de enige overheidssamenwerking in Nederland waarin de waterschappen een vaste rol hebben in de samenwerking met gemeenten. Vanuit zijn functie als strategisch adviseur stimuleert Ton deze samenwerking: “De regionale samenwerking in RNOB is van grote meerwaarde voor het waterschap, omdat de wateropgave nauw verweven is met al die andere maatschappelijke opgaven in de regio. Het werkgebied van het waterschap komt behoorlijk overeen met het werkgebied van RNOB. Dit maakt samenwerken een stuk makkelijker dan voor bijvoorbeeld een waterschap als Rivierenland wier werkgebied verdeeld is over vier provincies.” In RNOB vertegenwoordigt Waterschap Aa en Maas ook Waterschap De Dommel. De Dommel doet dat weer voor Aa en Maas in Metropool Regio Eindhoven. 

Extremen 

Belangrijk onderdeel van de wateropgave voor Noordoost-Brabant is klimaatadaptatie. Klimaatverandering brengt zowel droogte als extreme neerslag met zich mee. Waterschappen spelen dus een cruciale rol in het omgaan met de delicate balans tussen beide extreme situaties. Maatregelen voor waterkeringen, waterbergingen, maar ook maatregelen om water vast te houden in droge tijden spelen daarbij een rol. 

“Het is belangrijk om het watersysteem zo robuust te maken dat het bestand is tegen beide extremen”, zegt Ton. “Het waterschap is verantwoordelijk voor veilig, voldoende en schoon water. Daarom houden wij ons bezig met maatregelen zoals het verondiepen van watergangen, het aanleggen van natuurvriendelijke oevers of het weer laten meanderen van waterlopen om het water langzamer te laten stromen en andere methodes om het water beter vast te houden in droge tijden.” 

 

Waar kan gebouwd worden?

“Vanwege de verhoogde waterstanden door overvloedige regenval zit ons watersysteem momenteel behoorlijk vol. Gelukkig kunnen we dat op dit moment door alle inspanningen uit het verleden nog prima aan. Maar we moeten er wel terdege rekening mee gaan houden dat rivieren vaker buiten hun oevers kunnen treden. Dit betekent iets voor bijvoorbeeld de woningbouw, maar ook voor de landbouw”, zegt Ton. Gemeenten en waterschappen werken samen om te bepalen waar het wel of niet verstandig is om te bouwen. “Als wij met onze waterschapsbril naar het landschap kijken, dan zien wij watersysteemeenheden: ruggen, flanken, beekdalen en polders. Afhankelijk van waar je zit is een toekomstige ontwikkeling wel of niet verstandig.”

Waterschappen beheren de waterkwantiteit én -kwaliteit. Water en bodem zijn hierin leidend, want zonder goed bodembeheer is goed waterbeheer onmogelijk.

Ton legt uit dat het ‘water en bodem sturend’ principe essentieel is om problemen zoals onderlopende huizen en onbewerkbare landbouwgrond te voorzien. “Daarom geven we bijvoorbeeld workshops aan gemeenten waarin we ze door onze waterschapsbril naar hun eigen grondgebied laten kijken. Die inzichten kunnen zij dan weer meenemen in hun omgevingsvisie. Om zo risico's op wateroverlast te minimaliseren en de waterveiligheid te waarborgen.” De regionale samenwerking heeft er volgens Ton voor gezorgd dat gemeenten en waterschappen elkaar beter weten te vinden. “En dat er wederzijds begrip is voor de ruimtelijke puzzel die we samen te leggen hebben.” 

 

Kaderrichtlijn Water 2027 

Een andere belangrijke opgave voor het waterschap is de implementatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor 2027. De richtlijn eist dat alle EU-lidstaten zorgen voor chemisch schoon en ecologisch gezond oppervlakte- en grondwater. Ton: “Dit is een grote uitdaging, vooral in een intensief landbouwgebied zoals Noordoost-Brabant. Dit kunnen we niet alleen. Het waterschap werkt daarom nauw samen met overheden en boeren om bijvoorbeeld het gebruik van mest en gewasbeschermingsmiddelen te beperken en oplossingen te vinden voor de toekomst die voor iedereen werken. Ervaringen die we samen opdoen in een RNOB programma Puzzelen met Ruimte komen daarbij goed van pas.” 

 

Om deze doelstellingen te bereiken, is een geïntegreerde en gebiedsgerichte aanpak vereist. Hiervoor is vanuit RNOB onder andere de ‘Koersnotitie landbouw op dreef’ geschreven. Het waterschap schreef daaraan mee, in het bijzonder aan de paragraaf over bodem en water. Een mooi voorbeeld van een samenwerking tussen de waterschappen en de gemeenten in onze regio die zowel op de korte als op de langere termijn vruchten afwerpt. Ton: “Ook onze regionale samenwerking binnen AgroProeftuin de Peel vinden wij bijvoorbeeld bijzonder waardevol en wij hopen van harte dat dat voorlopig nog wordt voortgezet. De gezamenlijke koersnotitie levert inmiddels ook weer een nauwere betrokkenheid op met bijvoorbeeld de gemeente Oss en hun landbouwaanpak in de Osse polders.”

Blijf herontdekken

Ton ziet positieve ontwikkelingen in de manier waarop gemeenten, waterschappen en andere overheidsinstanties elkaar vinden en samenwerken in RNOB. Hij waardeert de dynamische aard van de samenwerking en het vermogen om continu te herijken wat belangrijk is en wat niet. “We doen dit onder andere met onze Prioriteitennota, maar ook in het nieuwe Samenwerkingsconvenant en de Organisatieregeling waarin we de koers weer gaan herijken.” 

 

Zijn advies? “Blijf herontdekken wat de gezamenlijke doelen zijn en waar de grootste meerwaarde ligt in de samenwerking. Het is cruciaal om hierin focus aan te brengen en prioriteiten te stellen, zodat de samenwerking van toegevoegde waarde blijft.” Ton benadrukt daarbij wel dat RNOB geen ‘vergadermachine’ moet worden. “We moeten vooral doén.”

Over Ton Cornelissen

Ton Cornelissen (55), geboren in Venlo en opgegroeid in Maasbree, is een ervaren strategisch adviseur met een achtergrond in landbouwwetenschappen van zowel westerse als niet-westerse gebieden. Hij promoveerde op een proefschrift over duurzame landbouw. Hij werkte onder andere als strategisch adviseur landbouw en agrofood bij de provincie Noord-Brabant en later als procesbegeleider in land(bouw), natuur en water bij een consultancybureau. Momenteel is hij bijna drie jaar werkzaam als Strategisch Adviseur Landelijk Gebied bij Waterschap Aa en Maas, waar hij zich richt op de bestuurlijke en beleidsmatige vraagstukken, het bepalen van de koers, en het bevorderen van samenwerking. Binnen RNOB speelt hij een cruciale rol in het integreren van waterbeheer in de ruimtelijke opgaven.