Regionaal samenwerken voor duurzame mobiliteit
24 oktober 2024

Noordoost-Brabant is een regio met veel kleine kernen. Alleen de gemeente Land van Cuijk telt al 33 kernen en vormt daarmee de grootste plattelandsgemeente van Brabant. Goed leven, wonen en werken in onze regio betekent ook dat voorzieningen in het buitengebied goed bereikbaar moeten zijn. Antoinette Maas, Wethouder Duurzaamheid, Natuur en Mobiliteit bij de gemeente Land van Cuijk heeft binnen RNOB onder andere de bereikbaarheid van kleine kernen als aandachtsgebied.

delen

Naar aanleiding van de landelijke aandacht voor vervoersarmoede, een eerdere publicatie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de nieuwe OV-concessie waar de provincie Noord-Brabant aan werkt, liet RNOB onderzoek doen naar de bereikbaarheid van kleine kernen en voorzieningen in Noordoost-Brabant. Antoinette, een van de twee bestuurlijk trekkers van het onderzoek, gaat in op de resultaten, de inzichten voor de gemeenten en waarom regionaal samenwerken cruciaal is om de bereikbaarheid en mobiliteit van de gemeenten te verbeteren.

 

Multimodale aanpak

De vraag naar mobiliteit blijft groeien. Klimaatdoelen vragen om andere vervoersmiddelen dan de auto. De verstedelijking en de komst van tienduizenden nieuwe woningen vereisen een duurzame en aantrekkelijke inrichting van de openbare ruimte. Door personeelstekorten kunnen bijvoorbeeld busdiensten minder vaak rijden. De elektrische fiets biedt de mogelijkheid om grotere afstanden af te leggen. “Alles is met elkaar verbonden”, vertelt Antoinette. “Mobiliteit houdt niet op bij de gemeentegrens, en daarom is een integrale, multimodale aanpak nodig, waarbij alles – van bus- en treinverbindingen tot de fiets – op elkaar aansluit.” RNOB stelde hiervoor eind 2023 het Multimodale Mobiliteitspakket Verstedelijking 2023-2030 op met de gemeente 's-Hertogenbosch, de provincie Noord-Brabant, en in samenwerking met gemeenten en partners.

Bereikbaarheid kleine kernen

Een uitwerking van dat Multimodale Mobiliteitspakket was het onderzoek naar de bereikbaarheid van kleine kernen in Noordoost-Brabant. Hieruit blijkt dat de mobiliteit overdag goed geregeld is, maar dat er vooral problemen zijn in de avonduren en weekenden. Vooral ouderen, jongeren en mensen zonder auto lopen tegen beperkingen aan. Antoinette geeft als voorbeeld haar 83-jarige moeder, die zonder rijbewijs afhankelijk is van familie of openbaar vervoer om haar te bezoeken. “Mijn vader rijdt nog auto, maar anders is de enige optie dat ik haar ophaal; in de avonden en weekenden rijdt de buurtbus niet.” 

Mobiliteit gaat niet alleen over verkeer en infrastructuur, maar heeft ook een sterke sociale component

Een concreet initiatief om de bereikbaarheid voor mensen zonder eigen vervoer te verbeteren is Bravoflex, een flexibele vervoersdienst. Vanaf 1 januari 2026 kunnen inwoners van Noordoost-Brabant voor een klein bedrag een rit boeken naar een OV-overstappunt. “Dat is echt een stap vooruit voor kwetsbare groepen in de samenleving,” aldus Antoinette.  Mobiliteit gaat niet alleen over verkeer en infrastructuur, maar heeft ook een sterke sociale component, vindt zij. “Het voorkomt eenzaamheid en geeft je toegang tot essentiële voorzieningen. Juist voor kwetsbare groepen moeten we dit goed regelen.” 

Verstedelijkingsopgave en dorpenstrategie zijn complementair

De uitkomsten van het onderzoek worden binnenkort in de regiovergadering gepresenteerd, waarna de regio en gemeenten kunnen bepalen welke acties genomen moeten worden. “Dit onderzoek is uniek in Nederland. Het geeft ons bouwstenen voor de ontwikkeling van een bredere dorpenstrategie en toekomstige mobiliteitsplannen,” legt Antoinette uit, die bestuurlijk trekker is van de dorpenstrategie. “De verstedelijkingsopgave en dorpenstrategie zijn daarmee complementair aan elkaar”, aldus Antoinette.

 

De kracht van samenwerking

Sinds Antoinette bij RNOB betrokken is, heeft ze een aantal positieve ontwikkelingen gezien in de manier waarop de regio samenwerkt. “De sfeer binnen de samenwerking is goed, en het is fijn om te zien dat we als regio gezamenlijk de verbinding tussen stad en platteland verder kunnen versterken”, zegt ze. De wethouder ziet dat de samenwerking steeds meer gericht is op grote, overstijgende thema’s zoals energietransitie, natuur & landschap, klimaatadaptatie en mobiliteit. "We zoeken belangrijke vraagstukken uit die boven de eigen gemeente uitstijgen, zodat we als stevige gesprekspartner voor de provincie kunnen optreden. Dat is belangrijk, want alleen zo kun je echte impact maken." Toch waarschuwt Antoinette ervoor dat RNOB niet te veel in algemeenheden moet blijven hangen. “Het is belangrijk dat we niet blijven steken bij de hoofdlijnen. We moeten duidelijke prioriteiten stellen en daar gezamenlijk concrete uitvoeringsprogramma’s op zetten, bij het ene thema lukt dat beter als bij het andere.”

Veiligheid 

Wat we volgens Antoinette niet mogen vergeten is dat mobiliteit ook draait om verkeersveiligheid. Ieder jaar zijn er duizenden verkeersslachtoffers. Hierbij wijst zij op het belang van samenwerking met diverse partijen, waaronder de politie, Veilig Verkeer Nederland (VVN), de Fietsersbond, NS, Prorail, Arriva, maar ook werkgevers en onderwijs. “Er wordt op veel verschillende niveaus meegepraat, zodat we niets over het hoofd zien. Het verkeer moet vooral veilig zijn voor iedereen.”

 

Samen sterk voor bereikbaarheid en mobiliteit

Antoinette is duidelijk: zonder regionale samenwerking zouden verschillende maatschappelijke uitdagingen, die iedereen raken, in Noordoost-Brabant niet het hoofd geboden kunnen worden. “De verbinding tussen stad en platteland, tussen dorpen en stedelijke gebieden, is essentieel. Door samen te werken met partners binnen en buiten de regio kunnen we ervoor zorgen dat iedereen mobiel blijft, nu en in de toekomst.” Of het nu gaat om de bereikbaarheid van kleine kernen, mobiliteitstransitie, of de aanleg van nieuwe natuur, de kracht van samenwerking binnen RNOB ligt volgens haar in het verbinden van mensen, gemeenten en regio’s. “Je kunt het als gemeente niet alleen. Samen kunnen we echt verschil maken.”

Over Antoinette Maas

Antoinette Maas (58), geboren in Veghel en opgegroeid in Gemert, woont tegenwoordig in Rijkevoort, in de gemeente Land van Cuijk. Met een achtergrond in communicatie, eind- en hoofdredactie en marketing bouwde zij een brede algemene kennis op. Al meer dan 10 jaar houdt zij zich bezig met mobiliteit, onder meer als raadslid en wethouder bij gemeente Helmond en in die laatste rol ook als voorzitter van het portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit en Innovatie binnen de Metropoolregio Eindhoven. Sinds januari 2022 is ze Wethouder Duurzaamheid, Natuur en Mobiliteit in de gemeente Land van Cuijk. Binnen RNOB is zij bestuurlijk trekker van het onderzoek naar Bereikbaarheid van (kleine) kernen in Noordoost-Brabant en de dorpenstrategie, en ze neemt deel aan het portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit.