Als de brughoofden sterk genoeg zijn, dragen ze later de grote brug
16 december 2024

De regio Noordoost-Brabant heeft een sterke economische basis, maar het benutten van haar volle potentie blijft een uitdaging. Otto Raspe, Hoofd RaboResearch Regio’s, Innovatie, Duurzaamheid en Ondernemerschap, voerde recentelijk een onderzoek uit naar de economische vernieuwing en regionale samenwerking in deze regio. Het rapport onthult belangrijke inzichten over de huidige stand van zaken en de kansen voor groei. Dit artikel duikt in de belangrijkste conclusies van het onderzoek en biedt concrete handvatten voor bestuurders om samen te werken aan een toekomstbestendige regio.

delen

Noordoost-Brabant: zesde economische regio, maar potentie blijft onbenut

"De regio Noordoost-Brabant is economisch gezien de zesde regio van Nederland", begint Otto. "Maar als je naar de langetermijnontwikkelingen kijkt, staat de regio al dertig jaar vrijwel stil." Hoewel Noordoost-Brabant een prachtige combinatie biedt van Bourgondische steden, natuur en buitenruimte, kan de regio het groeipad van echte groeiregio’s (zoals Brainport Eindhoven) niet volgen. Dit maakt het essentieel om scherpere keuzes te maken voor de toekomst.

 

Het onderzoek van RaboResearch werd gestart op verzoek van drie kringdirecteuren van Rabobank, die hun krachten wilden bundelen om de toekomst van hun regio's te verkennen op het gebied van economische groei en brede welvaart. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de rol van de bank, maar ook naar hoe diverse stakeholders – overheden, kennisinstellingen, bedrijven en burgers – kunnen samenwerken om de regionale ontwikkeling te versterken.

Scherpe keuzes maken is essentieel voor de toekomst van de regio

Brede welvaart: meer dan alleen economie

“De brede welvaart is net als economische groei en smalle welvaart goed te meten”, legt Otto uit. “We meten deze kwaliteit van leven. Die is deels economisch van aard, maar bestaat ook uit componenten als gezondheid, woontevredenheid, baanzekerheid, sociale contacten. Op veel onderdelen scoort Noordoost-Brabant onder het landelijke gemiddelde. Dit wijst op een urgentie om een scherpere agenda te formuleren die de economische vitaliteit en brede welvaart versterkt.” Door data-analyse, interviews en dialoogtafels met diverse stakeholders heeft RaoResearch onderzocht hoe de regio Noordoost-Brabant haar potentie beter kan benutten en toekomstbestendig kan worden. 

 

Waarom blijft Noordoost-Brabant achter?

Uit het onderzoek blijkt dat fragmentatie een van de belangrijkste oorzaken is van stagnatie in Noordoost-Brabant. De regio kent, economisch gezien, vier deelgebieden – Den Bosch, Meierijstad/Maashorst, Oss en Land van Cuijk – die weinig onderlinge samenhang vertonen. "Er zijn relatief weinig west-oostverbindingen (A2, A59, A73) met betrekking tot de woon-werkdynamiek richting deze gebieden", legt Otto uit. "Ook de samenwerking tussen grote en kleine bedrijven in de regio is gering, terwijl nauwere samenwerking binnen waardeketens economische voordelen kan opleveren. Daarnaast heeft Noordoost-Brabant nauwelijks bedrijven die als koploper een economische transitie kunnen aanjagen. In Brainport zet een bedrijf als ASML de toon, wat de hele regio een impuls geeft. Terwijl in Noordoost-Brabant samenwerking en innovatie actief gefaciliteerd moeten worden.” 

 

De regio heeft ook een relatief beperkte publiek-private samenwerking, vooral in vergelijking met regio’s zoals Eindhoven, waar overheid en bedrijfsleven gezamenlijk strategieën uitvoeren. AgriFood Capital vervult weliswaar de rol van economic board maar richt zich vooral op agrifood en mist daarmee brede betrokkenheid vanuit andere sectoren. Daarnaast functioneert RNOB als netwerk van elf gemeenten en twee waterschappen, waarbij de samenwerking met privaat beperkt is.

Otto Raspe tijdens de Bestuurlijke Heidag RNOB, november 2024

Kansen en uitdagingen in samenwerking

Otto benadrukt het belang van regionale samenwerking voor het stimuleren van de Brede Welvaart. “De centrale opgave is om een samenwerkingsmodel te ontwikkelen dat de regio sterker verbindt en haar potentieel beter benut. Daarbij is het belangrijk om uit te gaan van de economische kracht van de deelgebieden." Hij adviseert in zijn rapport om per deelgebied een eigen economische agenda te voeren die past bij de sterke punten van dat specifieke deelgebied, zoals digitalisering (Den Bosch e.o.), Life Sciences (Oss e.o..), maakindustrie (Meierijstad e.o.), en foodtech (Land van Cuijk e.o.).

 

Otto: “Door per cluster de economische vitaliteit te stimuleren, wordt ingespeeld op lokale kansen. Daarna kan een gezamenlijke strategie op een hoger niveau worden gevormd, waarbij sterke verbindingen tussen de economische clusters worden gelegd. AgriFood is daarbij een verbindende schakel.“ Otto vergelijkt de deelgebieden met brughoofden. "Wanneer de brughoofden sterk genoeg zijn, dragen ze later de grote brug.”

 

“Werk daarnaast meer samen met buurregio’s als Food Valley en Brainport”, adviseert Otto. Hierdoor lift je strategisch mee op de innovatieve dynamiek en de sterke technologische basis. Zoals bedrijven als PeelPioneers en PlantLab dat hebben gedaan, door technologie uit Brainport te benutten om circulaire en efficiënte oplossingen te creëren. Tegelijkertijd vraagt de regio om een scherpere strategie om de kansen te benutten van ontwikkelingen zoals de toenemende woonvraag van kenniswerkers uit Brainport. 

 

Tot slot adviseert Otto: “Zoek nog meer de samenwerking op met onderwijsinstellingen ter ondersteuning van transities, vooral in de landbouw- en voedselindustrie.” Niet alleen Wageningen University & Research, maar zeker ook de hogescholen als HAS en de roc’s in eigen regio, spelen een sleutelrol in het opleiden van gekwalificeerde arbeidskrachten voor deze innovatieve economie en in de ontwikkeling van kennis over transities, nieuwe productiemodellen en bedrijfsstrategieën. 

Er is geen vaste blauwdruk, de richting moet vanuit de regio zelf ontstaan

Samen bouwen aan een sterke regio

Het rapport benadrukt de urgentie voor partijen in de regio om gezamenlijk toekomstvraagstukken aan te pakken en om een krachtige, gedeelde visie te ontwikkelen. “Het is belangrijk om samen de stip aan de horizon te zetten, te ontdekken hoe een samenhangend geheel van de regio te maken en om hiervoor breed draagvlak te creëren. Er is geen vaste blauwdruk; de richting moet vanuit de regio zelf ontstaan”, benadrukt Otto.

 

Hij roept de regionale samenwerkingsverbanden op om deze uitdagingen op te pakken en de kansen voor doorontwikkeling te benutten. Zijn boodschap is duidelijk: niets doen betekent achteruitgang. Door samenwerking, innovatie en gerichte investeringen kunnen bestuurders samen met bedrijven en kennisinstellingen ervoor zorgen dat Noordoost-Brabant niet alleen haar potentie waarmaakt, maar ook een voorbeeldregio wordt voor brede welvaart in Nederland.

 

Lees hier het volledige rapport 'Economische vernieuwing en regionale samenwerking in Noordoost-Noord-Brabant

Over Otto Raspe

Otto Raspe (51) groeide op in ’s-Hertogenbosch, studeerde Regionale Economie en Economische Geografie aan Tilburg University en promoveerde aan de Universiteit van Utrecht. Hij heeft meer dan twintig jaar ervaring in onderzoek naar regionale, stedelijke en sectorale ontwikkelingen, met een focus op kenniseconomie, innovatie, ondernemerschap en brede welvaart. Hij werkte onder andere voor TNO en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Momenteel vervult hij de rol van Hoofd RaboResearch Regio’s, Innovatie, Duurzaamheid en Ondernemerschap en is hij Professor of Practice Brede Welvaart & Regionale Economie aan Tilburg University. Hij heeft diverse nationale en internationale publicaties op zijn naam staan.