Lokale en regionale belangen hand in hand
31 mei 2024

Succesvol samenwerken is meer dan alleen het samenbrengen van partijen. Het begint met een gedeelde urgentie en een gezamenlijk inhoudelijk perspectief. Het succes van een samenwerking ligt, volgens organisatieadviseur Stan van de Laar, in het begrijpen ‘waarom’ je het ‘samen’ doet: het herkennen én erkennen van het gezamenlijk belang. Daarnaast is een scherpe inhoudelijke agenda belangrijk, die je met elkaar en met daadkracht weet te realiseren. 

delen

“Samenwerken begint met het collectief voelen van de urgentie. Het succes hangt af van de onderlinge verbinding, het draagvlak voor de inhoud en het vinden van een tempo dat werkt voor alle betrokkenen.”

 

Regionaal samenwerken is noodzaak

Volgens Stan is de noodzaak voor regionale samenwerking groter dan ooit. “Over bepaalde thema’s praten provincie, Rijk en Europa niet meer met individuele gemeenten. Ze zoeken gesprekspartners op regioniveau. Onder andere omdat de uitdagingen, zoals energietransitie, stikstof, mobiliteit, bereikbaarheid, wonen, te groot zijn om op lokale schaal aan te pakken. En de thema’s overstijgen de gemeentegrenzen. Ook de geldstromen, zoals Regio Deals, lopen steeds meer via regio’s. Dus regio’s krijgen een steeds belangrijkere rol", legt hij uit. Om regio’s goed te laten functioneren, is een helder profiel van de regio, een scherpe agenda en zijn duidelijke samenwerkingsafspraken vereist.

Nieuw Samenwerkingsconvenant

Via een regiobrede aanpak is RNOB momenteel bezig om de regionale samenwerking toekomstbestendig te maken. Daarvoor is hard gewerkt aan een nieuw Samenwerkingsconvenant. Hierin staan basisafspraken over de manier waarop gemeenten en waterschappen in deze regio samenwerken. Het huidige convenant loopt per 31 december 2024 af. 

 

“In de opzet van het nieuwe convenant is gekozen voor een convenant op hoofdlijnen en voor onbepaalde tijd”, vertelt Stan. “Hiermee spreken gemeenten en waterschappen nóg meer commitment uit naar de regio en naar elkaar. De maatschappelijke opgaven zijn niet over vier jaar gerealiseerd, dus waarom zou je een Samenwerkingsconvenant dan wel iedere vier jaar laten eindigen? Dit voorstel ademt dat de regio en de regionale samenwerking essentieel is voor alle deelnemers en dus voor hun inwoners, ondernemers en instellingen.” 

 

Betrokkenheid is essentieel

“Regionale samenwerking kan alleen goed functioneren als er voldoende draagvlak is onder de deelnemers. Daarvoor is het essentieel om geluiden en sentimenten op te halen en betrokkenheid op alle niveaus te creëren, van raad en college tot ambtelijke organisatie. Dit zorgt ervoor dat gemeenten en waterschappen zich mede-eigenaar voelen van de samenwerking en de afspraken daarbinnen”, stelt Stan. Hij kan de aanpak van RNOB daarom waarderen. “In de herijking van het Samenwerkingsconvenant heeft RNOB zorgvuldig input opgehaald. Er is echt aandacht gegeven aan verbeterpunten en kritische noten. Ook in de besluitvorming op het convenant worden alle geledingen betrokken.”

 

De  concepttekst van het nieuwe convenant wordt in deze periode via colleges en Dagelijks Besturen van de waterschappen voor zienswijzen voorgelegd aan de raden en de algemeen besturen van de waterschappen. Binnenkort volgt de finale politieke besluitvorming.

In de herijking van het Samenwerkingsconvenant zorgvuldig aandacht gegeven aan verbeterpunten en kritische noten. Ook in de besluitvorming op het convenant worden alle geledingen in de regionale samenwerkingbetrokken.

Organisatieregeling

Na de zomer wordt er verder gewerkt aan de Organisatieregeling. “In het convenant staan de basisafspraken van de samenwerking. Zoals de wijze waarop de democratische legitimatie is geborgd, door het vastleggen van de rol van de gemeenteraden en AB’s van de waterschappen en de wijze van bekostiging van de samenwerking. In de Organisatieregeling worden deze basisafspraken nader uitgewerkt. De bestuurlijke en ambtelijke overlegvormen worden daarin uitgewerkt: Welke overlegtafels zijn er? Wie zitten daarin? Wat is de agenda van die overleggen? Maar ook wordt helder hoe we de ambtelijke realisatiekracht vormgeven, om de slagkracht op de strategische agenda van de regio te versterken."


Wat gaat goed en wat kan beter?

Als extern adviseur is Stan nauw betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe Samenwerkingsconvenant en straks ook de Organisatieregeling. Hij haalde bij alle partijen in de regio, waaronder colleges, raadsleden, strategen en gemeentesecretarissen, op wat goed gaat en wat beter kan in de regionale samenwerking in Noordoost-Brabant. En ook wat de wensen zijn voor de toekomst. Op basis hiervan én zijn ervaringen in andere regio’s adviseerde Stan de leden van het ambtelijk kernteam en de bestuurlijke begeleidingsgroep over de te maken keuzes. 

 

Stan complimenteert RNOB. “De democratische legitimatie is in Noordoost-Brabant sterk vormgegeven en het beperkte aantal deelnemers zorgt voor veel betrokkenheid en gezamenlijke slagkracht”, zegt hij. “Uit het BRE-onderzoek naar regionale ecosystemen kwam RNOB als voorbeeldregio naar voren. De betrokkenheid van de deelnemers is groot. RNOB werkt bijvoorbeeld met een actieve klankbordgroep van gemeenteraadsleden en algemeen bestuursleden van de waterschappen, die periodiek wordt geïnformeerd en betrokken. Ook in dit traject. En RNOB weet ook de provincie goed te betrekken op haar inhoudelijke agenda. Deze collectieve aanpak van de opgaven kenmerkt deze regio.”   

Verbeterpunten

Stan ziet ook verbeterpunten. “Er is een samenwerkingsagenda die, ondanks een prioriteitenagenda, nog scherper kan. Waar moet deze regio nu écht op herkend en erkend worden en waar gaat de bestuurlijke en ambtelijke energie naartoe?”

Als voorbeeld noemt hij de vele overlegtafels binnen RNOB. 

“Deze kunnen beter afgestemd worden op de inhoudelijke agenda en prioriteiten, waardoor het aantal overlegvormen afneemt en duidelijker wordt wie wanneer waarover beslist." Dit soort zaken wordt in de uitwerking van de Organisatieregeling onder de loep genomen.

 

Basis voor toekomstbestendige samenwerking

Stan gunt de individuele deelnemers van RNOB dat ze het belang van de regio naar elkaar blijven uitspreken, nu en straks in volgende bestuursperioden: dat regionaal samenwerken essentieel is voor het realiseren van de lokale ambities en opgaven. Lokale en regionale belangen gaan volgens hem namelijk hand in hand. “Wat goed is voor de regio, is goed voor de individuele gemeenten en haar inwoners en ondernemers. Samenwerken doet geen afbreuk aan de lokale eigenheid, sterker nog: het helpt juist lokale ambities en opgaven te realiseren.” Met zijn visie en expertise hoopt Stan van de Laar zijn steentje te hebben bijgedragen en nog bij te dragen aan een solide basis voor een toekomstbestendige samenwerking in de krachtige regio Noordoost-Brabant.

Over Stan van de Laar

Stan van de Laar (46 jaar) is geboren en getogen in Helmond. Hij studeerde bestuurskunde en bedrijfswetenschappen en deed een promotieonderzoek naar de succes- en faalfactoren in de samenwerking tussen gemeenten. Hij begon zijn carrière 25 jaar geleden als organisatieadviseur bij achtereenvolgens BDO en PwC. In 2010 richtte hij het organisatieadviesbureau & Van de Laar op, gevestigd in Eindhoven en landelijk opererend. Hij is goed bekend met de regio. Zo was hij projectleider van de herindeling Land van Cuijk, was hij betrokken bij projecten rondom de toekomstbestendigheid van de gemeente Maashorst en de samenwerkingsrelaties van de gemeente Boxtel. Ook heeft hij verschillende regio's, waaronder de Metropoolregio Eindhoven, Regio Noord-Limburg en Regio De Bevelanden in Zeeland, geholpen met hun doorontwikkeling. Sinds eind 2023 is hij betrokken bij RNOB als extern adviseur. In deze rol speelt hij een adviserende rol bij de herijking van het Samenwerkingsconvenant.