In Noordoost-Brabant werken de gemeenten samen met de politie, het OM en de lokale ZLTO-afdelingen samen aan de bescherming van boeren tegen ondermijnende (drugs)criminaliteit. Een van de initiatieven van de gemeenten Bernheze, Boekel en Meierijstad is een convenant dat de partijen met elkaar hebben gesloten om het betrekken van de politie makkelijker maken en het vertrouwen van de boeren in de overheid te herstellen en vergroten. Dit convenant is mede mogelijk gemaakt door Regio Deal Noordoost Brabant.
Deze ‘Noordoost-Brabantse aanpak’ maakt veel indruk in Den Haag. Sterker nog: op 24 mei is een motie ingebracht tijdens een debat in de Tweede Kamer door de ChristenUnie met steun van VVD, CDA, BBB en SGP om deze aanpak landelijk op te schalen. Over deze motie zal op 30 mei a.s. in de Tweede Kamer worden gestemd.
Samen de handen uit de mouwen
Annemieke Vos, projectleider van het Regio Deal project ‘Samen de handen uit de mouwen’, en Femke van de Plas, vertrouwenspersoon Veilig Buitengebied van ZLTO zijn blij met deze volgende stap. “Het is een erkenning voor de verborgen problematiek in het buitengebied én voor de partijen, inclusief de boeren, die zich samen inzetten voor versterking van de vitaliteit en veiligheid op het platteland. Het belangrijkste is voor een succesvolle aanpak van ondermijnende criminaliteit dat de boeren steeds meer vertrouwen hebben/krijgen in de overheid. Zo kan ook de meldingsbereidheid vanuit hen worden vergroot.”
Motie voor landelijke uitrol
Afgelopen woensdag is de Tweede Kamer motie van Mirjam Bikker ingebracht om de Noordoost-Brabantse aanpak landelijk uit te rollen. Als de motie op 30 mei a.s. wordt aangenomen, is het aan de minister van Justitie en Veiligheid om hier uitvoering aan te geven. Samen met de partners waaronder de LTO’s kunnen gemeenten aan de hand van de uitgewerkte voorbeelden van het convenant en de huurovereenkomsten ook lokaal of op regionaal niveau dergelijke convenanten afsluiten.
“We zijn trots dat een klein onderdeel van ons project landelijke bekendheid heeft gekregen en tot Kamervragen heeft geleid”, aldus Annemieke. “De bredere uitrol is voor alle betrokken partijen in Noordoost-Brabant een extra stimulans om door te blijven werken aan de veiligheid en welzijn van onze boeren en inwoners.”
Kamervragen
Op de vraag of de minister van Justitie en Veiligheid bekend is met ons initiatief antwoordde zij: “Ja. Het convenant met de modelhuurovereenkomst is een resultaat uit een andere pilot waarin ik als minister van Justitie en Veiligheid de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie faciliteer. Die pilot is gericht op een vitaal en weerbaar platteland om agrarische ondernemers en bewoners in het buitengebied weerbaar te maken met als focus het voorkomen dat agrarische leegstand wordt gebruikt voor criminele doeleinden. Deze pilot geeft opvolging aan een van de aanbevelingen uit het onderzoek «Weerbare boeren in een Kwetsbaar gebied», namelijk het voorkomen van agrarisch leegstand en misbruik hiervan. Het convenant met de modelhuurovereenkomst is een resultaat uit deze pilot.”
Op de vraag: “Deelt u de mening dat het initiatief van de gemeenten Meierijstad, Boekel en Bernheze samen met het Openbaar Ministerie, politie en de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) over het gehele land uitgerold zou moeten worden?” gaf zij als antwoord: “Initiatieven die toezien op het beschermen van agrarische ondernemers tegen mogelijke malafide huurders zijn zeer waardevol en het is wenselijk dat die voor elke gemeente beschikbaar zijn als deze hiermee aan de slag wil. Het is aan gemeenten en betrokkenen om afspraken hierover te maken en dit in hun gebied toe te passen. Als Minister van Justitie en Veiligheid wil ik dergelijke initiatieven stimuleren en verder brengen. Daarom is het voorbeeld van ZLTO beschikbaar op het webdossier vastgoedcriminaliteit van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Ook zal het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid als onderdeel van de aanpak Veilig Buitengebied in samenwerking met ZLTO een veralgemeniseerd modelconvenant beschikbaar stellen die elke gemeente kan overnemen en kan inpassen binnen afspraken die zij lokaal maken”.