“Wereldwijd hebben dagelijks zo’n 800 miljoen mensen honger. Daar staat tegenover dat we samen zó veel eten weggooien dat we die monden vier keer zouden kunnen voeden.” Met deze indrukwekkende cijfers opende Aernout van der Does, directeur coöperatieve Rabobank, de ochtend. Als medeorganisator van de Horeca Food Waste Challenge in Noordoost-Brabant wilde hij duidelijk maken hoe noodzakelijk het is om iets te doen aan het thema voedselverspilling.
Goedkoper, minder CO2
En dat daar de afgelopen periode gehoor aan is gegeven, bleek wel toen de cijfers bekend werden gemaakt. In totaal hebben de deelnemers 41 procent minder voedsel verspild. Dat komt neer op een besparing per week van 446 kilogram voedsel, een kleine 2.500 euro en 891 kilogram CO2. ‘Een resultaat om trots op te zijn. Hopelijk werkt jullie enthousiasme aanstekelijk en volgen meer ondernemers jullie voorbeeld.’
De deelnemers ontvingen allemaal een certificaat als bewijs van deelname. Ook werden zij getrakteerd op een vol programma met inspirerende verhalen. Zo vertelde Bram Wansink, tweedejaars student van de horeca-opleiding van het Koning Willem I College, hoe hij de challenge ervaren heeft. "Ik zie het nu écht als een uitdaging om niets weg te gooien van wat ik bereid. Neem bijvoorbeeld een wortel. Je kunt van de schil een heerlijk frituurkrokantje maken en van het kontje een smaakvolle crème."
Eigen bodem
Albert Kooy is SWH meesterkok en grondlegger van Dutch Cuisine, een beweging die duurzaam koken met regionale producten wil promoten. Hij hoorde de resultaten met genoegen aan. Kooy is groot voorstander van het gebruik van producten van eigen bodem. "De Nederlandse landbouwgrond heeft veel te bieden. Het grootste deel van die verbouwde groenten wordt geproduceerd voor het buitenland. Ik kocht laatst een zak uien uit Nieuw-Zeeland. De Zeeuwse uienboer uit ons land verkoopt zijn uien weer aan het buitenland. Dan gaat er ergens iets niet goed."
Toch was zijn verhaal vooral hoopvol. "Er is echt een verschuiving gaande. Vroeger bestond ons bord voor 80 procent uit dierlijk voedsel en twintig procent uit groenten. In steeds meer keukens heerst het besef dat het zo niet langer kan. Mijn hoop is dat we uiteindelijk borden uitserveren met 80 procent groenten en twintig procent vlees of vis."
Zo min mogelijk
Na de uitreiking van de certificaten door wethouder Jan Goijaarts, werden de deelnemers getrakteerd op heerlijke hapjes, gemaakt door studenten van de horeca-opleiding van het Koning Willem I College. Daar wisselden zij ervaringen uit. De gemene deler? Bewustwording. Jet van Gerwen van De Toren uit Heeswijk-Dinther: "Het is goed om je eens bewust te zijn van wat je allemaal weggooit. Onze medewerkers zien het nu als sport om zo min mogelijk weg te gooien. Dan zijn we op de goede weg, toch?"