De drijvende kracht achter deze bewerkingsmethode is Gert Jan Roefs uit Loosbroek. Deze boerenzoon houdt zich met zijn eigen adviesbureau met name bezig met hernieuwbare energie- en duurzaamheidsvraagstukken en landbouwtransitie. In de afgelopen jaren heeft hij de techniek om koeienmest te vergisten verder doorontwikkeld. Vergisten is het verwarmen van mest waarbij biogas ontstaat. Ofwel: energie.
Mestoverschot
Gert Jan wil het mestoverschot helpen oplossen en boerenbedrijven groener maken. Een speciale monovergister vormt het hart van een totaal concept dat eigenlijk nog verder gaat. Op basis van opgedane kennis en ervaringen, samen met boeren, had Gert Jan al een plan van eisen voor deze monovergister klaar. Dankzij de gemeente Oss en Regio Deal Noordoost Brabant kan de haalbaarheid van deze installatie nu worden onderzocht.
Merel Franken, beleidsmedewerker milieu van gemeente Oss en projectleider van Energie uit mest: “De agrarische sector is een belangrijke sector voor Oss. We zijn een gemeente met een groot buitengebied. 80% van de veehouders is melkveehouder. De impact van dit project kan dus heel groot zijn. Niet alleen voor Oss maar ook voor andere gemeenten in Noordoost-Brabant.”
Circulair en energieneutraal
Gert Jan ziet de energiewinning uit mest als onderdeel van een totaal circulair concept dat bijdraagt aan de energie- en landbouwtransitie. “Het methaan en de stikstof uit de mest die anders als emissie de lucht in gaat, wordt op deze manier omgezet in iets positiefs. Doordat er minder emissies zijn, hebben de koeien een frisse en gezonde stal. Ook de andere restromen van mest kunnen optimaal worden verwaard. Dit zijn belangrijke bouwstenen voor kringlooplandbouw met een beter en eerlijker verdienmodel voor boeren", aldus Gert Jan.
Gert Jan spreekt liever van een mestverwaarder als van een monovergister: “Het vergisten van koeienmest leidt namelijk tot wel vier waardevolle reststromen: biogas, grondverbeteraar, kunstmestvervanger en water.”
In de afgelopen periode had de projectgroep te maken met technische tegenslagen. Ook dat hoort bij onderzoek. Toch kon er al wel met het filter worden geëxperimenteerd. “We verwachten in januari 2022 voor het eerst echt gas te kunnen gaan produceren”, vertelt Gert Jan met een grote glimlach.
In onderstaande animatie wordt het proces van energiewinning uit mest uitgelegd.
Studenten vertellen over hun ervaringen
Aan het onderzoek werken drie enthousiaste studenten van HAS Hogeschool mee. ‘Energie uit mest’ was een afstudeeropdracht waar ze alle drie individueel op inschreven.
Wie zijn ze?
Teun Verreijken studeert Bedrijfskunde en Agribusiness. Zijn familie heeft een glastuinbedrijf. Hij is benieuwd of biogas ook gebruikt kan worden om de glastuinbouw van aardgas af te krijgen. Demi Jansen studeert Milieukunde. Ze heeft weliswaar geen agrarische achtergrond maar is mateloos geboeid door kringlooplandbouw en circulaire economie. Milieukunde student Jan van de Oetelaar is vooral geïnteresseerd in technische installaties en labonderzoek.
Wat doen ze?
“Omdat de monovergister tot nu toe nog niet volledig heeft gewerkt, konden we nog niet met de reststromen aan de slag”, vertelt Demi. “Maar we hebben wel gekeken naar de toepassing van stoffen uit mest als kunststofvervanger. Hiervoor hebben we de filtratie- en vergistingsstappen in kaart gebracht en tests met fracties van drijfmest uitgevoerd. Met onze eigen resultaten en gegevens uit Amerika konden we een goede inschatting van de nutriëntenbalans maken.”
Jan werkte aan de theorie van de monovergister en doet samen met Demi veel labonderzoek. “De onderzochte hoeveelheden stikstof, fosfor en kalium uit de fracties van drijfmest laten zien dat het haalbaar is om kunstmestvervanger te maken. Ook zou het mogelijk moeten zijn om met biogas een heel boerenbedrijf te voorzien van stroom. Door energie en grondstoffen te besparen, krijgt de sector een lagere CO2 footprint.”
Teun kan de praktijksituatie op het erf van de pilotboerderij heel beeldend schetsen. “De monovergister wordt direct aangesloten op de mestput zodat de mest meteen verwerkt kan worden. Daarna wordt het biogas met een warmtekrachtkoppeling omgezet in elektriciteit. Een groot voordeel van deze aanpak is dat de mest niet in de kelder blijft en emissies dus meteen worden weggenomen.”
Hoe zien zij hun toekomst?
Hoe zien de studenten deze afstudeeropdracht in relatie tot hun eigen toekomst? Ze geven aan er heel veel van te leren. “Ik zie het als een verrijking van mijn agrarische kennis”, zegt Teun. “En ik kijk ook naar de toepassingsmogelijkheden van biogas in de glastuinbouw.” Jan is van plan om verder te studeren. “Ook ik zie het als een verrijking. Ik wil graag een master in duurzame stedenbouw combineren met mijn milieukennis. Dat helpt om goed te kunnen adviseren bij een ruimtelijke ordening.” Demi droomt van een eigen duurzaam wijnbedrijf. “Ik zie daarbij ook mogelijkheden voor een voedselbos.“